Web 2.0; zijn we klaar voor de werkelijkheid?
CWIS bijeenkomst in Utrecht op 27 maart 2007
Het thema van deze dag was: Web 2.0: zijn we klaar voor de werkelijkheid? In de huidige maatschappij zien we dat jongeren steeds meer communiceren via virtuele omgevingen ( Social software, blogs, Hyves, Second Life) en de vraag is hoe onderwijs/onderzoeksinstelling hier mee om gaan. Welke mogelijkheden worden gezien en welke toepassingen zijn al ontwikkeld.
Realiteit 2.0. Nu nog maakbaarder! (Maarten Siffels en Laurens Vreekamp (KRO, afdeling Digitaal))
Deze presentatie werd gegeven door Maarten Siffels is creative director van KRO Digitaal en Laurens Vreekamp is interaction designer bij KRO Digitaal.
De Publieke Omroep zendt al 80 jaar vanuit Hilversum haar boodschappen over Nederland uit. De consument is de echter in de loop der tijd wel veranderd van een aandacht TV kijker naar een multitaskende, gefragmenteerde consument die overvloeit wordt met informatie.
Maarten Siffels legt uit dat realiteit anno 2007 gefragmenteerd, gepersonaliseerd en vooral gemedialiseerd is. Als omroep moet je hier iets mee doen. Maar hoe en vooral wat? Als mediabedrijf zit je in een spagaat - de gebruiker maakt tegenwoordig zijn eigen content (user generated content) en bedient de massa terwijl dit eigenlijk de rol is van de omroep. Dus gaat de KRO aan de slag met deze nieuwe realiteit. Als voorbeeld wordt een filmpje getoond van een "mobile reporter" die met een mobiel iemand kort interviewt wat wordt getoond tijdens de uitzending van Goedemorgen Nederland. Er zijn een aantal van deze mobile reporters in Nederland beschikbaar die door een korte training hebben geleerd nieuws te brengen. De kwaliteit van deze mobiele-telefoon-filmpjes is misschien niet 100% maar het is nieuws, sneller gebracht dan dat iemand uit Hilversum ooit kan leveren. Dat de omroep geen eigenaar is van deze content nemen zij op de koop toe.
Laurens Vreekamp ging in op de nieuwe plannen van de KRO - met als onderwerp het digitale archief. Iedere week brengt de KRO een audio-special met beelden/geluidsfragmenten/etc. van een bepaalde artiest (in het voorbeeld Herman Brood). Maar ook "moodstreams" horen bij deze nieuwe werkelijkheid. De gebruiker kan door middel van het kiezen van een mood een digitaal-luister-kanaal openen met fragmenten van muziek of interviews.
This call is being recorded (Willem Karssenberg (Drenthe College))
Willem Karssenberg is adviseur bij de dienst ICT van ROC het Drenthe College en houdt het weblog "Trendmatcher tussen ICT en Onderwijs" bij.In zijn lezing ging Willem in op telefoneren via het internet en de rol hiervan in het onderwijs. "Leren telefoneren" maakt binnen veel opleidingen onderdeel uit van het onderwijsprogramma. Veelal worden dit soort telefoongesprekken gevoerd met dure systemen waarmee gesprekken opgenomen en afgespeeld konden worden. Het kan ook anders met Skype en Pamela. Skype is een gratis programma waarmee personen via internet met elkaar kunnen bellen. Pamela is een ander programma dat automatisch gesprekken die via Skype gevoerd worden kan opnemen en opslaan als MP3 bestand.Beide programma's kunnen werken vanaf een USB stick en vereisen geen installatie op de computer. Om te demonstreren dat het werkt belt Willem in een live-demo met zijn dochter.
Gebruik van Skype en Pamela biedt grote voordelen boven de traditionele manier van leren telefoneren waarbij gebruik gemaakt wordt van dure systemen of rollenspelen voor de klas. Denk bijvoorbeeld eens aan de mogelijkheid om de telefoongesprekken te archiveren en in een portfolio van de student op te slaan. Maar het is ook mogelijk om groepsgesprekken te voeren, bewerkingen met bijvoorbeeld Audacity (open-source geluidsbewerkingssoftware) uit te voeren, gesprekken te uploaden naar een website met behulp van een Podcastgenerator of ze beschikbaar te stellen als podcast via I-tunes. Wat vooral interessant kan zijn is dat op zo’n gesprek dat beschikbaar wordt gesteld feed-back gegeven kan worden. Voor het onderwijs heeft deze toepassing heel duidelijk een toegevoegde waarde maar mogelijk dat het ook binnen de bibliotheek toegepast kan worden om telefoonvaardigheden te oefenen. Daarnaast zouden we naast de traditionele telefoonlijn natuurlijk een Skype lijn kunnen openen zodat onze klanten ons kunnen Skypen.
Meer informatie: http://whurl.org/skypeproject
Multi-user game environments in het onderwijs (Harald Warmelink (Universiteit Utrecht))
Harald Warmelink heeft voor zijn afstuderen een aantal multi-user game environments geanalyseerd vanuit een pedagogisch standpunt. Momenteel is er veel te doen met betrekking tot de serieuze toepassing van gaming (de TU Delft heeft net haar eigen drijvende eiland in Second Life gekocht). In het onderwijs zijn er al projecten geweest Second Life (Harvard Law School, Ball State University), Active Worlds (L3D), Neverwinter Nights (University of Minnesota) zijn ingezet. Harald Warmelink liet een aantal van deze voorbeelden zien. Aan de university of Minnesota werd Neverwinter Nights gebruikt voor het trainen van toekomstige journalisten. De motivatie om gaming in het klaslokaal toe te passen lag voornamelijk in de observatie dat de huidige generatie studenten op een andere manier leren dat de vorige generatie studenten. In het aangepaste spel spelen studenten de rol van een journalist van de Harperville Gazette. In de stad is een trein ontspoord die gevaarlijke stoffen vervoerde en de journalist moet een reportage maken over dit ongeluk. De journalist moet een invalshoek voor dit verhaal kiezen, informatie verzamelen, interviews houden en het verhaal uitwerken. Zo ervaren studenten hoe het is om het is om journalist te zijn en wat je wel en niet moet doen als journalist en leren zo over het beroep van journalist.
Voor wie meer over dit onderwerp wil lezen: het afstudeerscriptie van Harald is online beschikbaar.
Hyves in het onderwijs, ervaringen van een docent (Indira Reynaert (Docent Nieuwe Media, eXistenZ))
Indira Reynaert werkt als zelfstandig adviseur bij Existenz media consultancy . Daarnaast is ze docente Communicatie- en Informatiewetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Sinds dit studiejaar gebruikt Indira Hyves als vervanging van de standaard elektronische leeromgeving (ELO). De achterliggende gedachte hiervoor is dat sociale netwerken passen in de belevingswereld van de student. De studenten zijn erg enthousiast en tonen meer betrokkenheid bij de studie en het onderwerp nieuwe media. Voor studenten is het zeer prettig om tijdens de leerstof bezig te kunnen zijn met privé activiteiten (of andersom). Het experiment lijkt dus zeer geslaagd. Omdat naast studenten ook specialisten en bedrijven toegelaten worden in Hyves ontstaat er een interactie tussen studenten en potentiële werkgevers waarvan beide kunnen profiteren. De docent zelf kan via Hyves de voortgang van projecten monitoren. Bovendien blijkt de student-docent interactie en de student-student interactie toe te nemen door het gebruik van Hyves.
Hoewel Hyves dus succesvol ingezet kan worden in het onderwijs is het geen vervanging van de Elektronische Leeromgeving. Daarvoor kent Hyves nog teveel beperkingen.
Meer informatie:
http://www.edusite.nl/edusite/nieuws/16820 http://www.edusite.nl/edusite/nieuws/16653 http://indirareynaert.web-log.nl/indirareynaert/2006/09/over_hyves_in_h.html
Aantekeningen maken verboden? Pierre Gorissen (Fontys Hogescholen)
Pierre Gorissen is werkzaam als consultant bij het ICTO team van de afdeling Onderwijs van het Fontys Facilitair Bedrijf. Hij houdt een weblog bij waarin hij schrijft over allerlei zaken op het gebied van ICT en Onderwijs. Zijn lezing had als onderwerp creative commons, iets waar je als gebruiker van web 2.0 zeker mee te maken krijgt. Als je tekst, audio, video’s beschikbaar stelt op het internet kan het voorkomen dat die online bijdrage door anderen hergebruikt worden. De vraag die je je dan moet stellen is of je dat wel wilt. Wil je dat niet dan is de veiligste oplossing: niets publiceren op het internet. Het alternatief is niet waterdicht en maakt gebruik van creative commons: Bedenk van te voren wat je vindt dat anderen mogen met je content en geef dat duidelijk door middel van een creative commons licence aan. Het aanbieden van content is echter geen garanties. Er zijn nog steeds mensen die zich van die licenties niets aantrekken. We zullen elkaar hier dus op aan moeten spreken.
YouTube: Broadcasting yourself to the worldHarriet Damen (Universiteit Leiden)YouTube bestaat pas sinds 2005 maar is sindsdien uitgegroeid tot de meest gebruikte website voor het delen en bekijken van videomateriaal. Filmpjes die op YouTube staan bereiken een zeer groot publiek (in juli 2006 loggen er dagelijks 16 miljoen mensen in en in september van dat jaar worden er dagelijks 65000 video’s op de site gezet).
Wat kan je met YouTUbe:
Video’s kijken en zoeken
Video’s uploaden en delen met anderen
Een TV kanaal hebben
Lid worden van Groepen en communities
Commentaar en waardering toevoegen aan filmpjes.
Binnenkort komen daar nog een aantal nieuwe functies bij zoals Audio Swap en chatten met mensen die naar dezelfde video kijken als jij doet.
De populariteit van YouTube is volgens Damen te verklaren door:
Mogelijkheden om gebruik te maken van privacy (de keuzen om filmpjes online te zetten voor een selecte groep mensen)
1) de kans om beroemd te worden: je bereikt in 1 keer een groot publiek.
2) humor
3) commerciële factoren (televisiestation sluiten contracten af met YouTube)
4) community / social software component (het delen van content)
5) tags (zorgen voor een verslavende manier van kijken en vergroten de zichtbaarheid van de filmpjes)
Leuke presentatie, alleen jammer dat Damen niet echt inging op de toepassingen binnen het onderwijs. Een aantal mogelijkheden die we zelf zien: het aanbieden van informatievaardighedenfilmpjes, gebruikersfilmpjes (studenten laten de bibliotheek zien aan nieuwe gebruikers - maken reclame voor de bibliotheek), <
In de wetenschap zou YouTube gebruikt kunnen worden voor het vastleggen van experimenten. Overigens staan de eerste filmpjes waarin de Bibliotheek TU Delft in beeld komt al op YouTube.
En wat betekent SURFnet in dit geheel? Een sneak preview... Sandra Passchier (SURFnet, Utrecht)
De laatste presentatie van vandaag ging over SURFnet en wat zij gebruikers aanbieden als het gaat om video en online netwerken/communities. In de huidige situatie kennen we het Surf Videoportaal, Surf Videotheek (de surf YouTube site), Surfnet TV (voor het maken van live registraties) en Surfgroepen (online samenwerken, documenten delen, webconference). Deze diensten zijn eigenlijk aparte blokken en daarom wordt gekeken naar verbetering en integratie. De plannen zijn om 1 centrale ingang te bieden waarbij de diensten van Surfnet TV en Surfnet Videotheek geïntegreerd worden aangeboden als Surf Media. De plannen voor verbetering en integratie liggen nu klaar en zullen verder uitgewerkt gaan worden.
De presentaties van de CWIS-NL bijeenkomst van dinsdag 27 maart jl. met thema: "Web 2.0; zijn we klaar voor de werkelijkheid?" zijn te vinden op de CWIS-NL website.
Velen anderen maakte inmiddels ook verslagen van de lezingen. Links naar deze bloggers zijn te vinden op delicious http://del.icio.us/wowter/cwis0307
Deze bijdrage op mijn blog werd gemaakt in samenwerking met mijn collega. Delen van dit verslag zijn daarom exact gelijk aan het verslag op haar blog. Voor het overnemen van deze gedeeltes heb ik uitdrukkelijk toestemming gekregen.
Labels: cwis, library2.0, web2.0, workshops/conferenties
1 Comments:
haha alsof ik jou geen toestemming zou geven (zou niet durven). Maar je hebt het tenminste gevraagd en je weet dat ik dat waardeer :)
Tot snel!
Moqub
Een reactie posten
<< Home